1. Snijd de ui, knoflook, groene peper en kurkuma fijn. Schil de gember en snijd deze fijn. Let op: kurkuma geeft kleur af, gebruik eventueel een handschoen.
2. Rooster de kummel, het gele mosterd- en venkelzaad in een pan voor ongeveer 3 minuten en zet apart. Vijzel de zaden kort zodat ze niet allemaal fijn zijn.
3. Breng 8 dl water aan de kook.
4. Rasp de citroen en pers het sap eruit. Snijd de venkel in blokjes. Besprenkel de venkel met het citroensap om verkleuren te voorkomen. Zet alles apart.
5. Snijd de bleekselderij in kleine blokjes.
6. Verwarm 2 el olijfolie in een pan en voeg alle ingrediënten, behalve de venkel, bloemkool, citroen en linzen toe. Blus vervolgens af met het gekookte water.
7. Voeg de venkel en linzen toe aan het geheel en laat 5 minuten rustig garen. Als laatste meng je de citroenrasp en het -sap erdoor.
8. Snijd de bloemkool in grove stukken en blancheer voor 3 minuten.
9. Breng het geheel op smaak met peper en zeezout en garneer met de bloemkool en de kappertjes.