Snijd de wortel en rettich juliënne (in dunne reepjes), voeg het samen en breng het op smaak met de witte wijnazijn, peper en het zeezout. Laat dit 1 nacht afgedekt in de koelkast staan.
Verwarm de oven voor op 200 graden. Snijd het blok tofu in de breedte in zeer dunne plakken van 0.5 cm. Bekleed een bakplaat met vetvrij papier en verspreid hierover de plakken tofu. Meng de eetlepel sesamolie met de 2 eetlepels shoyu en smeer hier de bovenkant van de tofu mee in. Rooster de plakken 4 à 5 minuten in de oven. Je kunt de plakken ook kort bakken in een koekenpan.
Laat de gepickelde wortel en rettich uitlekken in een zeef of vergiet. Snijd de komkommer juliënne en meng het met de wortel en de rettich. Blancheer de waterkers 1 minuut, laat het uitlekken en snijd het fijn. Meng nu alle groenten met elkaar.
Knip de 3 norivellen in 3-en zodat je 9 lange, smalle repen hebt. Meng de ingrediënten voor de spread met elkaar in een kom. Leg de plakken tofu naast elkaar en smeer ze in met de miso-mosterd spread.
Leg nu op iedere ingesmeerde plak tofu onderaan de korte kant een deel van het groentenmengsel en rol de tofu (van je af) om de groenten. Leg het rolletje in het midden op een nori vel en rol het er omheen. Maak het laatste stukje nori vochtig en plak het rolletje hiermee dicht.
Los de arrowroot op in een eetlepel koud water. Breng de shoyu, rijststroop, en het water in een steelpannetje aan de kook en meng de opgeloste arrowroot er doorheen. Breng het mengsel weer aan de kook totdat het goed is gebonden en laat het afkoelen. Wanneer het is afgekoeld lak je hiermee de rolletjes af, voor een mooie glans en een lekkere zoete twist.