1 Schil de peren en kook in de rode wijn, samen met het water, de agavesiroop en de specerijen. Laat het ca. 1 uur koken.
2 Verwarm de oven voor op 150°C. Kook de rijst met de vanille en de kaneel 35 minuten met een deksel op de pan, op laag vuur.
3 Snijd de pompoen brunoise (in blokjes) van 1×1 cm, leg op een bakplaat, meng met de zonnebloemolie en rooster 25 minuten op 150°C. Zet de oven op 160°C.
4 Pel de mandarijn en snijd de filets door de helft. Schil de appels en snijd brunoise (in blokjes) van 1×1 cm.
5 Leg de pistachenoten op een bakplaat en rooster 10 minuten op 160°C. Hak ze vervolgens grof.
6 Zet het vuur uit en laat de peren in het vocht afkoelen. Snijd ze vervolgens brunoise (in blokjes) van 1×1 cm.
7 Wanneer alles is afgekoeld kun je alle ingrediënten met elkaar mengen. Serveer in een kom en garneer met een deel van de pistachenoten.